Het is belangrijk om te onthouden dat de behandeling voor iedere longfibrose patiënt anders kan zijn. Het behandelplan kan worden beїnvloed door; o.a. andere aandoeningen, medicatie gebruik, bijwerkingen en leeftijd.
Over het algemeen kunnen er twee verschillende behandelplannen gestart worden; behandeling om de ontsteking tegen te gaan en behandeling om fibrosevorming (littekenvorming) tegen te gaan.
Ontstekingsremmers
(en overige medicamenteuze behandelingen)
Bij sommige vormen van longfibrose is er een onderliggende ontsteking in de longen. Indien dit het geval is wordt er eerst geprobeerd de ziekte te stabiliseren met ontstekingsremmers of immunosuppressiva (remmers van het afweersysteem), en daarmee de longfibrose te vertragen.
De effectiviteit van immunosuppressiva varieert per aandoening. Het is het meest waarschijnlijk dat de ziekteprogressie wordt gestabiliseerd en/of vertraagd bij niet-specifieke interstitiële pneumonie (NSIP), auto-immuun ILD en een deel van de chronische hypersensitiviteits pneumonitis (HP).
Typen ILD met de grootste kans op snelle achteruitgang zijn vetgedrukt aangegeven.
Gebasseerd op:
Cottin V, Hirani NA, Hotchkin DL, et al. Presentation, diagnosis and clinical course of the spectrum of progressive-fibrosing interstitial lung diseases. Eur Respir Rev 2018; 27: 180076 [https://doi.org/10.1183/16000617.0076-2018].
Meer informatie over de verschillende soorten ILD
Een bijzondere additionele behandeling voor systemische sclerose patiënten (SSc) is de stamceltransplantatie. Hierbij worden stamcellen uit het beenmerg weggenomen en worden de verkeerde afweercellen met een hoge dosis chemotherapie gedood. Het zijn namelijk deze verkeerde afweercellen die uw klachten veroorzaken. Daarna worden de stamcellen teruggeplaatst, zodat u een nieuw en gezond afweersysteem opbouwt.
Fibroseremmers
Indien er geen onderliggende ontsteking in de longen aanwezig is (zoals bij IPF), of als de ontstekingsremmers niet aanslaan, kunnen ook fibroseremmers worden voorgeschreven door uw arts. Deze medicijnen remmen de littekenvorming (fibrose) in de longen. Dit betekent dat uw klachten niet zo snel verergeren als het geval zou zijn zonder behandeling.
Voordat u met medicatie begint, bespreekt uw arts en/of verpleegkundige dit geneesmiddel met u en legt hij/zij uit hoe dit middel te gebruiken en wat u van de behandeling kunt verwachten. Ervaart u bijwerkingen van uw medicatie? Bespreek dit dan altijd direct met uw arts of verpleegkundige. Zij kunnen u adviezen geven over wat u kunt doen om bijwerkingen te voorkomen of te beperken.
Referentie
Cottin V, Hirani NA, Hotchkin DL, et al. Presentation, diagnosis and clinical course of the spectrum of progressive-fibrosing interstitial lung diseases. Eur Respir Rev 2018; 27: 180076 [https://doi.org/10.1183/16000617.0076-2018].
Share page
on social media
Facebook
Whatsapp
Twitter
Mail